Porsche 911

for dummies

Een familieportret

Spreek jij al negenelf? Een zelfverklaarde 911-kenner heeft het namelijk niet over een 911, maar over een 9XX, zijnde de fabriekscode. Na de oer 911 uit 1963 volgden de types G, H, J, K, SC, Carrera 3.2, en de generaties 930 (1975), 964 (1989), 993 (1993), 996 (1998), 997 (2004), 991 (2011) en 992 (2019).

Vanaf de 996 begon de verjongingskuur met een facelift (code .2, of Mark II), de 996.2 in 2002, de 997.2 in 2008 en de 991.2 in 2015. De 992.2 wordt verwacht in 2023.

Binnen iedere generatie zijn er verschillende uitvoeringen. Van snel naar sneller en snelst (Carrera, Carrera S, Carrera GTS, GT3, Turbo, Turbo S en GT2). Van 2 naar 4 wielaandrijving (2, 2S, 4 en 4S), handgeschakeld of automatisch (6- of 7-speed manueel, Tiptronic of PDK), al dan niet verkrijgbaar in een Coupé, Cabrio of Targa. En de GT3 en GT2 zijn ook verkrijgbaar in een circuit-waardige Renn Sport-versie (RS), niet te verwarren met Club Sport (CS) uitvoeringen. De GT3 wordt zelfs in een gehomologeerde raceversie (Cup) geproduceerd. Als iemand roept "Ik rijd een 911" bedoelt de ene cruisen in een 997.2 Carrera 4S PDK Cabrio en de andere racen in een 991.1 GT3 RS op Zandvoort. Volg je het nog?

Elke 3 1/2 tot 4 jaar is er een facelift of een nieuwe generatie. Wil je in het nieuwste van het nieuwste rijden, dan ben je dus iedere 4 jaar aan de beurt om bij de Porsche-dealer een contract te tekenen. Maar omdat een 911 typisch een auto is die "mooi oud" wordt en technisch goed en stevig in elkaar zit, kiezen veel liefhebbers met een rationele portemonnee voor een (jonge) gebruikte 911.

Carrera
2, S, 4, 4S en GTS

Een Carrera is in negenelf-taal: "doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg". Het zijn "gewoon" fantastische snelle auto's, meer heb je eigenlijk niet nodig.

De basis Carrera 2 wordt door velen als de "sweetest" van de familie beschouwd. Dat komt omdat de iets kleinere motor makkelijker toeren maakt en ten volle benut kan worden in het sportieve verkeer. S-versies gaan al gauw te hard, en 4-wiel aangedreven auto's hebben net iets minder karakter, en sturen een tikkeltje anders door iets meer onderstuur, dan de goedkopere 2-wiel aangedreven broertjes, waarbij tractie eigenlijk nooit een probleem is.

Je kunt het zien als dure opties die erg leuk zijn om aan te vinken, en vooral meer emotie geven. Ook hier geldt de "the law of diminishing returns".

Maar met een vol geopteerde 4S heb je natuurlijk wel de bragging rights, zeker als veelrijder in weer en wind en op de wintersport natuurlijk. Verder valt op dat de basis Carrera's van de opvolgende generaties meestal net zo sterk zijn als de S-versies van de vorige generatie. De 992 Carrera 2 is qua rondetijd nu sneller dan een 997 GT3. Al kun je cijfermatige specificaties niet plat met elkaar vergelijken, er is ook nog zoiets als rijbeleving (waar een GT3 weer in excelleert).

Als de meeste varianten van één generatie de band zijn gerold in Zuffenhausen (ze komen nooit allemaal tegelijk) trakteert Porsche ons meestal op een ultieme Carrera, de GTS. Een Carrera met wat extra vermogen en een aantal mooie sportieve opties standaard meegeleverd. De ultieme Carrera volgens velen.

Turbo en Turbo S

Van de Porsche familie is dit "Daddy". Gewoon de sterkste én nog praktische 911 die je kunt kopen. Altijd 4-wiel aangedreven om het enorme vermogen en koppel veilig op de weg te krijgen. Vermorzelende acceleratie en een hoge topsnelheid. Maar ook comfortabel en rustig te rijden voor een boodschap of met kleine kinderen achterin.

Gemaakt voor de eigenaar die altijd het gevoel wil hebben dat hij of zij de snelste is qua acceleratie, én dat kan doen in alle luxe.

Al is pure acceleratie door de komst van de elektrische auto in een nieuw perspectief geplaatst, de ervaring in een Turbo, of nog extremer in een Turbo S is onvergelijkbaar. Het is de manier waarop, niet alleen het geluid, maar ook de vermogensopbouw, de tractie en de stamina van de versnelling. Keer op keer. Lastig uit te leggen.

Turbo's kennen een iets snellere afschrijving dan bijvoorbeeld een GTS of een GT3. Je kunt ook zeggen dat een GT3 t.o.v. een Turbo misschien overgewaardeerd is, want een Turbo (S) rijdt geweldig.

GT3 (RS)

Dit is de sportiefste van het stel. Niet het meeste vermogen, niet de snelste qua acceleratie en topsnelheid en ook niet de allerduurste. Dat is tijdens de borrelpraat met Porsche-leken wel een nadeel.

Gelukkig is de GT3 misschien wel de leukste. Dat komt omdat de ingenieurs van Porsche Motorsport zich met de ontwikkeling bemoeien. Met als gevolg een circuit-waardige wegligging en vermogen uit het kunnen draaien van hoge toerentallen in plaats van turboladers. Tot 9000 toeren maar liefst bij de 991 en 992-generatie. En dat is veel, heel veel. Dat resulteert in het mooiste lawaai dat er bestaat. Zo mooi dat je adem stokt als je het voor het eerst hoort. Gelukkig begin je daarna te lachen, dat geeft weer wat lucht.

Om alles uit een GT3 te halen moet je goed kunnen rijden. Beter dan de meesten die er een kunnen betalen. Enige bescheidenheid is dus op zijn plaats. Dat zie je ook bij echte coureurs. Die weten hoe moeilijk het is, en dat het altijd beter kan. Het is een brok verfijnde techniek. De motor, het sturen, het schakelen en het remmen. En om dat te beheersen heb je les nodig op het circuit.

Een GT3 komt op bochtige wegen, bergpassen en het circuit het meest tot zijn recht, al moet je voor het laatste eigenlijk meteen maar een GT3 RS aanschaffen, die is daarvoor geoptimaliseerd. Een racer waar je nog mee op de openbare weg mag om boodschappen te doen.

GT2 (RS)